- Het Europese plan om vanaf 2035 alleen nog maar elektrische auto’s in de showrooms te hebben, loopt gevaar.
- Duitsland, Italië, Polen en Bulgarije uitten zorgen over de impact op de werkgelegenheid binnen hun landsgrenzen en zien daardoor de plannen niet meer zitten.
- Duitsland stelde voor om ook e-brandstoffen toe te staan. Hierover heeft de EU nog geen besluit genomen, waardoor het land nu dwarsligt.
- Lees ook: In 2023 moeten er in Nederland 90.000 elektrische auto’s verkocht worden: dit zijn de populairste modellen van afgelopen jaar
Vorig jaar leek elke Europese lidstaat het erover eens dat er vanaf 2035 alleen nog maar emissieloze auto’s verkocht mogen worden. Maar bij de uiteindelijke stemming, die afgelopen week plaats had moeten vinden, kwamen er toch nog bezwaren boven tafel waardoor het geheel uitgesteld werd.
Duitsland en Italië zagen ineens toch flinke beren op de weg. Onze oosterburen lobbyde halverwege vorig jaar namelijk voor een kleine toevoeging aan de wet waardoor e-brandstoffen (brandstoffen gemaakt van duurzame grondstoffen die netto klimaatneutraal zijn) zouden blijven toegestaan. Daarover is nog geen besluit genomen. En dat is het punt waarover Berlijn nu valt.
Volkert Wissing, de Duitse minister van Verkeer, stelt dat de Europese Commissie geen antwoord heeft kunnen geven op het voorstel van Duitsland, waardoor Berlijn de goedkeuring niet kon geven vorige week. Christian Linder, Duitse minister van Financiën, legt het nog duidelijker uit: “Ons doel is dat auto’s met verbrandingsmotoren ook na 2035 geregistreerd mogen worden”, schrijft Politico.
De actie van de Duitsers wordt niet overal even goed ontvangen. Julia Poliscanova van milieuorganisatie NGO Transport & Environment zegt bijvoorbeeld dat het torpederen van de stemming vooral komt door een probleem binnen de Duitse politieke partij FDP. Zowel Wissing als Linder zijn lid van deze partij, die de laatste tijd erg slecht gaat in de peilingen. Het lijkt erop dat ze met deze actie wat winst willen boeken aangezien 5 procent van de Duitse werkende burgers in de autobranche werkt.
Italië schaart zich achter Duitsland
Maar de Duitsers staan er niet alleen voor. Minister president Giorgia Meloni van Italië heeft gezworen om alle wetgeving die de autoindustrie aanpakt tegen te werken. Zij stelt dat de nieuwe regels de industrie onnodig veel schade toedoen. Haar standpunt vindt ook draagkracht bij haar landgenoten, waaronder minister van milieu Gilberto Pichetto. Hij beweert dat de plannen van de EU vooral "te ideologisch en niet erg concreet" zijn.
Polen en Bulgarije zijn niet zo vocaal, maar kijken ook met argusogen naar de plannen. Binnen hun landsgrenzen is een groot gedeelte van de arbeiders afhankelijk van een inkomen uit de autoindustrie.
Als alle vier de landen de handen ineenslaan, lopen de plannen voor 2035 ernstig gevaar. Samen zijn ze namelijk goed voor 42 procent van de Europese populatie, wat meer dan genoeg is om de plannen van tafel te schuiven. Hiervoor zou namelijk maar 35 procent nodig zijn.
Ook branche-organisaties zijn al langer tegen de plannen om alleen nog elektrische auto's te verkopen vanaf 2035. De Europese lobbygroep ACEA en de Duitse autobrancheorganisatie BDI stellen beide dat de overgang naar EV's veel werkloosheid zal opleveren. Elektrische auto's hebben minder onderdelen, zijn simpeler te maken en vereisen minder onderhoud. Daardoor zouden er veel minder mensen in de autoindustrie nodig zijn, en dus op straat gezet worden.
Maar onderzoeken hebben inmiddels ook het tegenovergestelde uitgewezen. De overgang naar batterij-auto's zou vooral een verplaatsing van werkgelegenheid opleveren. Er zijn bijvoorbeeld ook mensen nodig in de fabrieken die de batterijen maken, die nu in veel landen uit de grond gestampt worden. En ook het aanleggen van een laadinfrastructuur gaat niet vanzelf.
Veel automerken geven aan vanaf 2035 volledig elektrisch te zijn
Hoewel ook automerken klagen over de wetgeving, zijn ze vrijwel allemaal al erg ver met de ontwikkeling van elektrische auto's en beloven ze een volledig elektrisch aanbod vanaf 2035 of zelfs eerder.
Dat hoeft niet alleen over batterij-auto's te gaan, want merken als BMW en Toyota leveren al voertuigen die rijden op waterstof. Zij voorzien een mogelijke verschuiving in regelgeving en willen niet al hun eieren in een mandje hebben liggen.
Topman Carlos Tavares van Stellantis, het moederbedrijf van onder andere Fiat, Peugeot, Citroën en Opel, heeft eerder al gewaarschuwd dat de overgang naar EV's niet zo positief zal uitpakken voor de consument. Hij ziet onder andere problemen bij de betaalbaarheid van dit soort auto's, omdat de kosten van grondstoffen voor batterijen erg hoog blijven. Daardoor zullen klanten geconfronteerd worden met autoprijzen waar ze niet op zitten te wachten.
Naast het bovenstaande speelt er nog meer, waardoor de EU niet binnen korte termijn antwoord kan geven op de Dutise aanvraag betreffende e-brandstoffen.
Hoe het dan ook verder verloopt met de stemming in de wetgeving, is voor nu vooral koffiedik kijken. Zweden, die nu het voorzitterschap van de Europese Commissie heeft, stelde vrijdag de stemming over de kwestie uit, maar gaf geen nieuwe datum waarop lidstaten bijeen zouden moeten komen.